Dit keer een wat artistiekere blog-post, eentje met een recent experiment. Eerder deze week was ik mijn bijna-dagelijkse-rondje-door-de-polder aan het lopen en ineens werd ik overspoeld door inspiratie. Het hoge riet langs mijn wandelpad inspireerde me tot het maken van een zelfportret. Ik liep snel naar huis om mijn camera te halen.
Toen ik eenmaal bezig was, leek het me ook een aardig idee om te gaan filmen. Iets wat ik echt al jaren wil proberen, maar wat er nooit echt van komt. Ik probeer niet zo snel nieuwe dingen uit, ook al zou dat wel goed voor me zijn. Ik ben ook veel te ongeduldig om nieuwe dingen uit te proberen – als het me niet meteen lukt, dan ben ik er eigenlijk wel weer op uitgekeken. Het is een wonder dat ik nog wel door ben gegaan met fotograferen, want dat ging niet van een leien dakje.
Hoe dan ook, ik besloot ook te filmen. Nadat ik de moed had verzameld het in een programma te zetten om te gaan bewerken, bedacht ik me ineens dat de stills eigenlijk wel mooie beelden waren.
Dat resulteerde dus alsnog in een statisch beeld, maar door het zwart/wit gebruik, het liggende formaat en de typische film-look werd het toch ook totaal iets anders dan wat ik normaal doe. En dat was eigenlijk precies wat ik wilde.
Dit is waarom ik fotografeer – om mijn gevoelens en gedachtes in beeld te brengen. Mijn zelfportretten zijn meer dan ijdelheid, ze zijn een soort dagboek. Daarom koester ik ze en hoop ik ze elk jaar nog te maken.
De originele foto’s? Ook die zal ik nog delen, maar die zullen er wel heel anders uitzien.
Prachtig, hele mooie beelden!
Dankjewel! 😀