MENU

Tips voor het maken van een perfect zelfportret.

serie foto's zelfportretten vrouw

Terwijl ik dit typ is de Coronacrisis nog in volle gang en kan ik niks anders zeggen dan dat het rare, ongekende tijden zijn. Een zin vol met cliché’s onderhand. Mijn opdrachten zijn, net als bij vele anderen, verzet en dus heb ik alle tijd om vrij werk te maken. Vrij werk zonder model, dat wel. Voor mij betekent het dat teruggaan naar de basics: een zelfportret.

Eerder schreef ik al een post over de geschiedenis van mijn zelfportretten, dus daar zal ik jullie verder niet teveel over vertellen. Laat ik het er op houden dat ik 13 jaar geleden begon met heel veel zelfportretten maken. Ik was zelf immers altijd aanwezig en als ik eenmaal een idee in mijn hoofd heb, moet het ook meteen gebeuren. Daarbij voelt het ook wel ergens therapeutisch, als een soort visueel dagboek.

Gezien er niemand op dit moment een fotograaf kan boeken en we allemaal zeeën van tijd hebben (of in ieder geval meer, ik besef me heel goed dat niet iedereen zonder werk thuis zit), leek het me een goed moment om eens een kleine guide te schrijven met mijn tips voor een goede selfie. Ik ben ondertussen natuurlijk wel een beetje een expert he, al zeg ik het zelf.

Waarschuwing: bevat veel foto’s van mijn hoofd, sorry.

1. Afstandsbediening

Laat ik eerst beginnen met de camera. Ik noem mijn zelfportretten altijd gekscherend selfies, maar ze zijn wel met een professionele camera gemaakt en er is vaak wel aardig wat werk in gestoken. Maar vrees niet, later in dit artikel zullen er nog wat tips voorbij komen die je ook zeker kunt toepassen als je fotografeert met je smartphone. No worries!

Mocht je een spiegelreflexcamera (of iets in die trant) hebben, dan wil ik je als eerste aanraden om een remote control app te downloaden. Tegenwoordig hebben vrijwel alle camera’s wel wifi en kun je via je telefoon makkelijk de camera bedienen. Zo zie je ook meteen het beeld en kun je ter plekke de instellingen veranderen. Geen wifi op je camera? Een old school afstandsbediening doet het ook prima. Ik bestelde mijne altijd op Ebay of Aliexpress, daar zijn ze vaak maar een paar euro. Duurt wel even en wellicht niet helemaal ethisch verantwoord, maar de officiele zijn erg duur.

Persoonlijk ben ik niet zo’n fan van de app van Sony en zou ik het liefste nog een afstandsbediening gebruiken. Het is fijner om een fysieke knop te voelen, zodat je niet steeds foto’s hebt waar je naar je telefoon kijkt.

2. Focuspunt

zelfportret van vrouw via de camera

Belangrijk is dat je natuurlijk een beetje scherp bent op de foto. Tegenwoordig hebben vele camera’s een eye-tracking-focus die vaak erg goed werkt, maar ik kan me voorstellen dat je een oudere camera hebt. Wat ik altijd deed was het middelste focuspunt selecteren en zo goed mogelijk in het midden gaan staan. Dit was nog voor het hele apps/kantelschermen/eye-focus tijdperk maar werkte altijd goed!

Zelf gebruik ik altijd een groot diafragma waardoor het extra belangrijk is dat je focus goed is. Mocht je geen chique AF-systeem hebben, zet dan je diafragmawaarde hoger. Bijvoorbeeld van F1.4 naar F2.8. Zo is je focusgebied een stuk groter en heb je meer kans dat je gezicht scherp is.

En vooral ook – geduld. Het maken van een perfect zelfportret vergt veel tijd en geduld. Het kan ook vrij frustrerend zijn, vergt enige oefening en vooral ook geluk. Het kan zijn dat je een mooie pose en lichtval had en de foto onscherp is, of dat je eindelijk een foto had waar jij in focus bent maar je net een onderkin hebt. Geduld is key.

3. Statief

Oh heel vroeger zette ik mijn camera maar op alles wat een beetje stabiel was. Vooral mijn fiets was een handig statief. Maar eerlijk? Het belemmert wel je opties, dus een statief is toch wel een must wat mij betreft. Dat kan buiten nogal ongemakkelijk zijn, daarom heb ik heel lang een Joby Gorillapod gebruikt. Hij is klein en je kunt ‘m overal omheen wikkelen, zoals bijvoorbeeld een boom. Je moet wel een beetje lef hebben om je peperdure camera in een boom te wikkelen, maar in het bos valt ‘ie tenminste zacht 😉

Je hebt een Joby Gorillapod ook voor je smartphone. Dit filmpje laat meteen zien hoe zo’n statief nou precies werkt. Hier nog een filmpje wat goed laat zien hoe het werkt.

Ook heb ik heel lang gefotografeerd met een goedkoop statief van de MediaMarkt, een Hama. Tegenwoordig heb ik een Rollei Compact Traveler, deze is licht en goed inklapbaar.

Geen statief of alleen interesse in het maken van een simpelere foto? De tips die nu volgen kun je ook dan zeker gebruiken.

4. Licht

Okee tot zover de saaie technische details. Het fotograferen kan beginnen! Dat licht heel belangrijk is in de fotografie is natuurlijk een gegeven. Ik zou daar al een heel artikel over kunnen wijden, maar ik ga het proberen zo kort mogelijk te houden.

Je wil natuurlijk dat je selfie mooi belicht is en je er op je best uitziet. Hiervoor is het belangrijk dat je diffuus licht gebruikt. Fel zonlicht is uit de boze, net als kunstmatig licht. Voor de mooiste huidtonen is het belangrijk dat er diffuus licht van voren komt.

Alleen een felle zon door het raam? Span er een wit doek voor, zo maak je een softbox. Het liefst wil je eigenlijk bewolking hebben, want dat is de softbox van de natuur. (Ik houd van bewolking, echt.)

Natuurlijk kun je creatief zijn met tegenlicht (wat een sprookjesachtig effect kan geven), golden hour, schaduw gebruiken of alsnog in de felle zon fotograferen. Maar nogmaals, over licht kan ik een boekwerk schrijven, dus ik laat het even hierbij.

Een laatste tip: de omgeving reflecteert een kleur op jou af. Fotografeer je in de schaduw in het bos? Grote kans dat je huid snel grauwig en groen wordt. Ook binnen kan de kleur van een muur grote invloed hebben op je huidskleur.

5. Kleur

Okee, je hebt goed licht gevonden waar je gezicht op het meest fabuleuze wijze tentoon wordt gesteld. Hoe maken we het beeld nou nog interessanter? Hier komt kleur bij kijken, iets wat in mijn werk veel terugkomt.

Om het beeld zo spannend mogelijk te houden is het belangrijk om niet teveel kleur te kiezen, ik zou gaan voor hooguit 2 á 3. Bedenk ook wat je er uit wil laten springen, waar moet de focus op liggen? In een selfie is dat antwoord nogal simpel natuurlijk – dat ben jij! Kies je voor een portret bij een blauwe muur? Trek een rood shirt aan.

zelfportret van vrouw die voorbij camera kijkt
Als je net als ik een foto maakt bij een grijze rots, kun je deze wat blauwer bewerken. Met een gele muts en rood haar spring je er dan heel snel uit. Hier zijn het niet alleen de kleuren die contrasteren maar ook de diepte van de kleuren. De achtergrond is donker en het geel is licht.

Gezien ik natuurlijk al rood haar heb, is dat al 1 kleur die er altijd uitspringt. Het liefste combineer ik het met een contrasterende kleur zoals groen of bijvoorbeeld paars. Ik werk dan ook graag met meerdere tinten groen, of meerdere tinten oranje.

Ook ben ik fan van juist heel rustige beelden, zodat je een beetje een dromerig sfeertje krijgt. Bij witte bloesem kan het bijvoorbeeld mooi zijn om een zachtroze jas aan te trekken in plaats van het harde rood. Het ligt natuurlijk een beetje aan de sfeer waarvoor je gaat. Zelf gebruik ik heel veel groen en oranje, omdat ik natuurlijk rood haar heb en gek ben op planten. Toen ik echter blond was koos ik veel voor pastel en wit.

6. Diepte

Dit is een trucje wat denk ik heel typerend is voor mijn werk – het creëren van diepte. Waarschijnlijk heb je het al gezien op de foto’s hierboven. Het creëren van diepte kun je op verschillende manieren doen, maar wat belangrijk is is dat je foto uit meerdere lagen bestaat. Dus een achtergrond, jij, en nog iets op de voorgrond.

Zelf gebruik ik primelenzen met een groot diafragma (dus een laag getal) waardoor je al snel veel scherptediepte krijgt. Dit helpt, maar het is ook belangrijk om in het beeld zelf diepte te creëren. Dus ook een tip voor de smartphonegebruikers!

Nog een tip waar ik zelf pas na 10 jaar achter kwam – de lengte van de lens is ook erg belangrijk. Een 85mm f1.8 lens zal er voor zorgen dat je veel meer loskomt van de achtergrond dan een 35mm f1.8 lens. Ook helpt het als je wat verder van je achtergrond gaat staan.

Heb je niks op de voorgrond? Pluk dan een takje bloesem of blad en plak het op je lens. Letterlijk ja, ik heb bijna altijd wel een schaar en tape bij me. Overigens vind ik dit wel iets teveel een trucje geworden dus doe ik het niet zoveel meer. Maar wel leuk om mee te experimenteren.

7. Houd het rustig

Een laatste tip die eigenlijk op alles wat hierboven beschreven staat slaat. Houd het rustig, heel simpel. Houd het rustig met de kleuren, de achtergrond, het licht. Maak geen foto’s in een rommelig thuiskantoor op de achtergrond, maar zoek een egale muur op. Is het niet gelukt en is de focus moeilijk te vinden? Ach, dan maak je het toch gewoon zwartwit? Werkt altijd!

8. Poseren

Iets wat me veel gevraagd werd waren tips om goed te poseren. Nou moet ik zeggen dat dit iets is wat ik heb geleerd met veel trial and error, maar wat me nu ook helpt met het aansturen van de mensen die voor mijn lens staan.

Een paar tips:

  • Dit klinkt vanzelfsprekend, maar vind je goede kant. Is het je al opgevallen dat ik bijvoorbeeld eigenlijk nooit een foto plaats waar ik recht de camera in kijk? Dat is niet alleen omdat ik meer houd van een dromerig beeld, maar ook omdat mijn gezicht en profiel gewoon wat beter uitkomt.
  • Zorg ervoor dat je camera niet te laag staat, zo krijg je sneller een onderkin. Maar ook weer niet té hoog, zoals we in de MySpace-tijd deden (wie kent dit nog?), want daardoor verlies je je nek. Ooghoogte of een tikje er boven is altijd goed.
  • Ga rechtop staan, nog rechter dan anders. Duw die schouderbladen tegen elkaar. Als je net als ik een zoutzak van nature bent is dit heel belangrijk.
  • Maak je nek lang en probeer je kin een beetje uit te steken.
  • Doe je ogen dicht en doe ze weer open zodra je de foto gaat maken. Hierdoor ga je minder knijpen.
  • Als het echt niet lukt, kan het helpen om een selftimer aan te zetten en weg te draaien van de camera. Tegen de tijd dat de laatste seconde ingaat, draai je ineens je hoofd naar de camera. Zo krijg je een natuurlijke blik. Heeft soms wel meerdere pogingen nodig om de boel een beetje goed scherp te krijgen, maar het is het proberen waard.
  • Het kan helpen om iets vast te hebben, zoals een kopje koffie of een takje met bloesem.

9. Bewerken

Ik bewerk mijn foto’s in Lightroom en Photoshop, ook op mijn telefoon. Maar daarvoor gebruikte ik graag Snapseed, VSCO, A Color Story of Afterlight.


Tot slot

Gezien je nu wel genoeg stof hebt gelezen, leek het me leuk om je aan de hand van een video te laten zien hoe ik snel een foto schiet. Dit is een heel simpele versie van wat ik hierboven allemaal heb beschreven en het resultaat is zeker niet optimaal, maar ik hoop dat het zo een beetje meer inzicht geeft.

En vergeet niet: het allerbelangrijkste is uiteindelijk niet je foto perfect is, maar vooral of je plezier hebt gehad met het maken er van. Uiteindelijk bestaat er niets zoals een perfecte foto of selfie en gaat het vooral om het gevoel wat de foto je geeft.

Comments
Add Your Comment

CLOSE